Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


[10] HY IS VERSCHEYEN
Geeraerdt overlegt met de andere edelen op het slot wat ze met Floris aan moeten. Dan weerklinkt plotseling een alarmsignaal van de toren. De trompetter heeft een menigte vijanden op de Diemerdijk gezien.
Geeraerdt besluit te vluchten en neemt de graaf mee. Wanneer de aanhangers van Floris hem in het nauw brengen, verwondt hij deze dodelijk en maakt zich uit de voeten. De graaf sterft in het bijzijn van zijn trouwe volgelingen, de burgers van Naarden. De Rey van Naerders heft een klaagzang aan.

He has passed away
Geeraerdt deliberates with the other nobles of the castle what they should do with Floris. Suddenly an alarm signal sounds from the tower. The trumpeter has seen a mass of enemies on the Diemerdijk. Geeraerdt decides to flee and takes the count with him. When Floris' followers corner him, he mortally wounds Floris and escapes. The count dies in the presence of his loyal subjects, the citizens of Naarden. The Chorus of the Citizens of Naarden raise a dirge.

Hy is verscheyen.
Heft nu aen te schreyen,
Jonghers en grysen, (*1)
Droefheyt wilt bewysen;
Cleeren verscheuren,
Gheeft u op (*2) tot treuren.
d'Hollandsche Graeve
Is om hals en have, (*3)
Deerlijck verslaeghen.

Deerlijck verslaeghen!
Wendt u stem tot claeghen.
Traenen laet vlieten,
Suchten opwaerts schieten.
Siet hem versmooren,
Hem, die was ghebooren
Uyt's wijd bekenden
Roomsche Conincx lenden. (*4)
't Leven is heenen.

't Leven is heenen!
Ach, wat eyndt van weenen! (*5)
't Hooft sal verrotten
Dat de Croon der Schotten (*6)
Had mooghen draeghen.
O bedroefde daeghen!
Weeslijcke Landen, (*7)
Slaet in 't hayr uw handen.
O swaer verliesen!

O swaer verliesen!
Wie sal nu de Vriesen (*8)
Echter bedwinghen,
Als zy boudt bespringhen
's Kennemers grensen?
Hard is 't om te pensen. (*9)
Hy deed haer tsaeghen (*10)
En het juck verdraeghen.
Tijd is 't te kermen.

Tijd is 't te kermen.
Wie sal nu beschermen
's Lands innesitter, (*11)
Voor den Vlaeming bitter?
Dees keerd' haer vlooten,
Van de Zeeusche slooten,
Plach te vernielen,
d' Haettelijcke kielen. (*12)
Nu is 't verlooren.

Nu is 't verlooren!
Brenghet rouw te vooren.
T'hans sullen treeden
Inde swarte kleeden
Burghers en Eelen;
Sonder haer juweelen
Treuren de Paerden;
't Gouwdt moet vande swaerden,
't Lichaem ter aerden.

(*1): jong en oud
(*2): geef je over aan
(*3): heeft leven en goed verloren
(*4): Floris was zoon van Rooms-koning Willem
(*5): wat een treurig einde
(*6): Floris had aanspraak gemaakt op de Schotse kroon
(*7): landen als wezen
(*8): de West-Friezen, die Floris had onderworpen
(*9): om dat te bedenken
(*10): versagen
(*11): inwoners
(*12): vijandige schepen

Melodie: een van de twee Sapphica-zettingen uit het Luitboek van Thysius, Leiden ca 1600.

Translation: Ruth van Baak Griffioen

Camerata Trajectina (artiest), Theatermuziek uit de Gouden Eeuw = Dutch theatre music 1600-1650. GLO 6062
2007
1: 10