Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database


[Vrijages]

[5] MEY-LIEDT
In het verhaal over de schone Rodophe uit Oude mans vryagie (uit de Trou-ringh) raakt Amor de grijsaard Cassander per ongeluk met een liefdespijl. De oude baas wordt op slag verliefd op Rodophe en organiseert een meifeest voor haar, waarop veel wordt gezongen. Een van de zangers heft een kluchtig lied aan waarin een oude man wordt aangespoord een jonge vrijster te nemen. De oude somt somt de voordelen van een bejaarde echtgenoot op: die is lief, attent en vrijgevig, hij doet geen wilde dingen, en je bent niet steeds zwanger.

MAY-SONG
In the story about the beautiful Rodophe from Oude mans vryagie (Old Man's Courting, from The Wedding Ring), Cupid accidently hits the geezer Cassander with a love-arrow. The old man falls in love on the spot with Rodophe and organizes a May-festival full of singing. One of the singers presents a comic song in which an old man is encouraged to take a young lover. The singer tallies up the advantages of an older spouse: he's loving, attentive, and generous, he doesn't do anything crazy, and you're not pregnant all the time.


Voyse: Puis que de vivre sans aimer.

O schoonste die men vinden mag,
O glans van onse Landen,
Al ben ick koelder als ick plag,
Gy doet mijn herte branden.
Al is de winter sonder kruyt,
Noch schiet'er wel een bloempje uyt.

't Is waer, gy zijt in volle jeugt,
En ick van oude jaren;
Maer noyt en is men sonder vreugt,
Daer twee gelieven paren.
Twee herten eens in rechte min,
Dat brengt gewisse vrientschap in.

Wat vrijsters zijnder beter aen
Als die een out man trouwen?
Haer sin die wort in all's gedaen,
En 't zijn de liefste vrouwen.
Waer jeugt en wijsheyt t'samenpaert,
Daer heeft de trou haer rechten aert.

Een jongeling is bijster wilt,
Hy kan schier nimmer rusten:
Sijn weelig hert is noyt gestilt,
En helt tot nieuwe lusten.
't Is seldsaem wat een grillig bloet
In jong en domme sinnen doet;

Maer die sijn rijpe jaren heeft,
En gaet niet elders mallen:
De liefste krijgt al wat hy heeft,
Hy doet haer wel-gevallen.
Een paert dat nu is grijs van hayr,
En heeft van hollen geen gevaer.

Gebreeckt'er aen een out man iet,
Vermits sijn swacke leden,
Hy schenckt, hy koopt, hy looft, hy biet,
Hy voegt hem na de reden;
De liefd' heeft staeg een open hant, (*1)
Dat is den aert van reynen brant.

Gy dan, รด schoonste die men vint,
Veracht geen oude jaren;
Al draegje niet geduerig kint,
Gy sult te beter varen.
Het lant by wijlen eens gebraeckt,
Wort by den lant-man niet gelaeckt. (*2)

(*1): milde hand
(*2): de boer prijst het bouwland dat zo nu en dan braak blijft liggen

Melodie uit 't Amsteldams Minne-beeckie (Amsterdam 1645).

Translation: Ruth van Baak Griffioen

Camerata Trajectina (artiest), Jacob Cats (1577-1660): Klagende Maeghden en andere liederen. GLO 6063
2008
1: 5