Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database


[Godsdienstige liederen]

[25] ZIEL-SUCHT
De dichter realiseert zich hoezeer zijn gemoedstoestand afhankelijk is van Gods gunst. Als God hem welgezind is, stijgt het bij wijze van spreken de lucht in - en is de dichter in de wolken, zouden wij zeggen. Maar als God toornig is, wordt de dichter neerslachtig. Het bijzondere van dit lied is dat waar sprake is van hoog en laag, de melodie die beweging volgt. Dat heeft Cats zo bewust gedaan, overeenkomstig de woordschilderingen die barokcomponisten veelvuldig toepasten, wanneer ze teksten op muziek zetten. Maar hier is het de dichter die met zijn liedtekst de van oorsprong Engelse melodie volgt, en evenzo in de volgende strofen. De tweede strofe gaat over de seksuele lust ('dartel vleysch'), die de dichter niet meer wil volgen. Als de lust aanzwelt (omhoog), moet deze worden onderdrukt (neerwaarts). Dit alles met het oog op de Dag des Oordeels waarop diegenen die goed hebben geleefd ter hemel zullen opstijgen (omhoog), en de rest in de diepten van de hel zal verzinken (neerwaarts).

SOUL'S DESIRE
The poet realizes how dependent his welfare is on God's favor. If God is well-disposed toward him, he's in seventh heaven, you might say, and the poet is in the clouds. But if God is wrathful, the poet is dejected. What is remarkable about this song is that the melody follows each mention of high and low. Cats did this on purpose, corresponding to the word-painting that baroque composers so often applied when setting texts to music. But here it is the poet who follows the melody (of English origin) with his text, throughout all the stanzas. The second stanza is about sexual lust ('frisky flesh') which the poet no longer wishes to indulge. As lust swells (upwards), it must be suppressed (downwards). This is all done with an eye on the Day of Judgement, on which those who have lived well will rise to heaven (upwards) while the rest will sink into the depths of hell (downwards).


Ziel-sucht, gepast op het hoogen en vallen van de Musicq (*1)
Stemme: Rosemont waerje vliet, &c.

Grootste God, hoogste Geest,
Wel te recht van my gevreest,
Want gy treckt mijn hert uyttermaten hoogh,
Als gy tot my neygt een gunstigh oogh;
Soo dat mijn gemoet met een snelle vlucht
Gaet stijgen in de lucht;
Maer soo gy daer na my den geest ter neder ruckt,
Word ick dan als in het graf gedruckt.

Holla hou, dertel (*2) vleys,
Wat beroert gy mijn gepeys? (*3)
Waerom dus gewoelt? hou u doch gerust,
Ick en leef niet meer naer uwen lust:
Oock en stae ick niet onder uw gewelt;
Schoon gy byster swelt, (*4)
Gy moet haest ter neer, leg u daerom in het stof,
En snij uw snoode rancken of.

Heb doch acht (*5) op desen dagh,
Die geen mensch voorby en magh;
Dan sal 's werelts kloot, (*6) beyde zee en lant,
Staen door Godes macht in vollen brant:
Doch wie in der tijt ter deugt heeft gepoogt,
Sal dan eerst zijn verhoogt;
Maer het nare diep sal in haest het grousaem volck
Wegrucken in sijn laegsten kolck.

(*1): het stijgen en dalen van de melodie
(*2): geil
(*3): gedachten
(*4): groeit
(*5): pas op voor
(*6): de aardbol

Melodie uit J.B. Stalpart van der Wielen, Extractum catholicum (Leuven 1631).

Translation: Ruth van Baak Griffioen

Camerata Trajectina (artiest), Jacob Cats (1577-1660): Klagende Maeghden en andere liederen. GLO 6063
2008
1: 25