|
|
zanger: | Polderman-Nagelkerke, Tannetje |
|
| | woonplaats: | Rilland-Bath | | beroep: | huisvrouw | | geboorteplaats: | Halsteren | | geboortejaar: | 1890 | | jaar van overlijden: | 1986 | | moeder: | Oele, Adriana |
| commentaar: | Tannetje Polderman-Nagelkerke, geboren op 2 september 1890, woonde tot ongeveer haar achtste jaar in Bergen op Zoom. Voor haar trouwen was ze hulp in de huishouding en landarbeidster. Ze verhuisde vaak en heeft 'overal op het veld gewerkt', maar noemde zich wel een 'echte Zeeuwse'. Op het veld werkte men in lange rijen van soms wel 40 mensen en daarbij werd gezongen. Een deel van haar repertoire was dan ook daarvan afkomstig, een ander deel van haar in 1859 geboren moeder. Haar vader zong niet. Het handschriftenarchief bevat door haar genoteerde liedteksten. Tannetje behoorde tot een van Ate Doornbosch' speciale informanten. Bij zijn laatste bezoek aan haar zong ze bij zijn vertrek 'Daar gaat nu mijn Cloris, God zal hem bewaren' uit het lied Vaarwel bruidje schoon. Met die strofe besloot Doornbosch ook zijn laatste radio-uitzending.
Zie ook Doornbosch OGL(1)1987, p59-64 en Blues en balladen (Grijp 2005b, p58-59).
Aanvullende informatie van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland: Tannetje Nagelkerke (1890-1996 [foutief=1986, NLB]) werd geboren in Halsteren. Haar vader was schaapherder. Voor haar trouwen was ze hulp in de huishouding en landarbeidster. Ze droeg de protestantse dracht van Zuid-Beveland. Ze trouwde in 1909 te Rilland-Bath met de landarbeider Anthonie Polderman. "We zongen bijna de hele dag", vertelt ze op een van de opnames. "Werken en zingen is altijd mooi, hè?". | | dossier: | verdere informatie in dossier |
| repertoire |
| |  |
| |
| |
|
