|
bron: | HsOxBL Bod340 |
titel: | [ontbreekt] |
jaar: | 1e helft 12e eeuw |
druk/uitgave: |
|
materiaal: |
Perkament 170 blad(-en) hoogte 310-315 x breedte 224 mm
| muziek: |
zonder muzieknotatie | aantal liederen: | 1 (plaats: f169v) 1 beschreven in de Liederenbank |
type: |
handschrift.
bron met o.m. enkele liederen. AElfric, Homilieën
|
literatuur: | De Bruin & Oosterman 2001, H210 / De Grauwe 2008 / De Smet 1954 / Dekeyser 2007 / Grauwe 2004 / Gysseling 1980, 127-130 / Gysseling 1980, 130 (editie) / Kwakkel 2005 / Louwen 2009 / RS, 063 / Schönfeld 1933 / Sisam 1933 / Van Oostrom 1993 / Van Oostrom 2006 |
gebruikt ex.: | Oxford, Bodleian Library, Bodley 340 |
commentaar: | Waarschijnlijk geschreven in het derde kwart van de 11e eeuw in Rochester (Kent) (Sisam 1931, 10-11). In de Bruin & Oosterman 2001 werd nog aangenomen dat Nederlandse verzen aan het einde van de 11e eeuw vermoedelijk geschreven werden door een monnik uit de omgeving van Sint-Omaars (Gysseling 1980, 129). De schrijfhand van de tekst is continentaal, maar de tekst zelf vertoont zowel Vlaamse als Laatoudengelse kenmerken. In de jaren 2004-2009 bleek uit verschillende onderzoeken, o.a. van De Grauwe, dat de tekst, inderdaad geschreven door een naar Kent uitgeweken Vlaamse monnik, te beschouwen is als een mengeling van het Vlaams en het Oudengelse Kentse dialect. |
  |
| beschreven liederen uit deze bron (1)
|
|