Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank

       
        - melodiezoeken met klavier        
  
sorteer op

bron:

CD: Bavianen en Slijkgeuzen: Liederen van [...]

auteur:
Camerata Trajectina (artiest)
titel:                             Bavianen en Slijkgeuzen: Liederen van Remonstranten en Contra-Remonstranten. GLO 6031
jaar: 1995
druk/uitgave:
Castricum: Globe (uitgave)
Castricum: Klaas A. Posthuma (productie)
muziek: zonder muzieknotatie
aantal liederen: 30
30 beschreven in de Liederenbank
type: audio. CD.
ex./kopie Meertens:
CD 3 Camerata 9
commentaar: Deze uitgave kwam tot stand dankzij een initiatief van "De Vierschaar" [...] (Remonstrantse Gemeente Twente).
Programmasamenstelling en research: Louis Peter Grijp, P.J. Meertens-Instituut, Amsterdam.

TOELICHTING
Deze cd staat in het teken van de bekende geestelijke dichter Dirk Rafaelsz Camphuysen (Gorkum 1586- Dokkum 1627). Camphuysen klom op van schoolmeester tot predikant en stond als zodanig in Vleuten, bij Utrecht. Zijn carri?re viel samen met het heetste van de strijd tussen remonstranten en contraremonstranten. Zo werd hij als remonstrant getroffen door een preekverbod. Camphuysen besloot bij zijn leer te blijven en onder te duiken. Hij vluchtte uit Holland weg toen er een prijs op zijn hoofd werd gezet en verbleef onder meer in Waalwijk (Brabant), in Norden, Harlingen en op Ameland. Eind 1623 of begin 1624 streek hij neer in Dokkum, waar een actieve groep remonstranten zich niet het kaas van het brood liet eten door de contra-remonstrantse overheid, die in de stad overigens relatief verdraagzaam was. Als de remonstranten zich koest hielden, was men bereid een oogje dicht te doen. Toen Camphuysen zich in de stad meldde en niet van zins bleek van zijn geloofsrichting af te vallen, stuurde men hem zonder nader bescheid naar huis. In twintigste-eeuwse termen: zijn verblijf in de stad werd gedoogd. Om in zijn inkomen te voorzien begon hij er een vlashandel. In Dokkum vertooide Camphuysen zijn liedbundel Stichtelycke Rymen (1624) die in remonstrantse kring zeer geliefd werd; de liederen zijn nog tientallen jaren na zijn dood gezongen. Het bevat onder meer het lied 'Lydens Begin', waarin de dichter van zijn vervolging verhaalt. Andere liederen behandelen thema's als strijd, leed, gebed, chistelijke zeden, het betreden van het smalle pad en de vreugde in het hiernamaals. In 1652 werden de oorspronkelijke melodie?n van de Stichtelycke Rymen grotendeels vervangen door de componist Joseph Butler, die er ook instrumentale variaties over schreef.

Op deze cd worden enkele van de mooiste van Camphuysens liederen voorafgegaan door politieke liederen van remonstranten en contra-remonstranten, waaruit het verloop van de kerkelijke twisten goed te volgen is. In die liedjes gaat het niet zachtzinnig toe. Bavianen en Slijkgeuzen, zo noemden ze elkaar: de Arminianen en de Gomaristen, ofwel de Remonstranten en de Contra-Remonstranten, ofwel de Rekkelijken en de Preciezen. Het zijn scheldwoorden, die laten zien hoezeer de kerkelijke twisten het kerkvolk raakten. 'Bavianen' zal een verbastering zijn van 'arminianen'; in een van de liedjes heten ze 'loos als aaps', als apen. De slijkgeuzen hadden hun scheldnaam te danken aan de modder waardoor zij zich ter kerke moesten begeven. Vele contra-remonstranten weigerden de preek van een remonstrantse voorganger aan te horen en besloten in naburige dorpen te kerken. 'Geuzen' was de algemene benaming voor rechtzinnig-gereformeerde oranjegezinden.

Remonstranten en contra-remonstranten stammen uit hetzelfde gereformeerde nest. Hun verwijdering dateert uit de eerste decennia van de 17e eeuw en gaat terug op een theologisch geschil tussen de Leidse hoogleraren Arminius en Gomarus. Een heet hangijzer was de leer van de predestinatie of voorbeschikking: volgens Gomarus zou God van alle mensen al op voorhand hebben bepaald wie naar de hemel ging en wie naar de hel. In de visie van Arminius kon de mens door zijn gedrag nog enige invloed op zijn zaligheid uitoefenen: de mens had een 'vrije wil'. Dat klonk de gomaristen erg katholiek in de oren, en zij beschuldigden de arminianen er dan ook van 'met de papen te heulen'. In 1610 diende Arminius' opvolger, Johannes Utenbogaert, namens 45 predikanten een remonstrantie in bij de Staten van Holland: een verzoekschrift om bescherming en tolerantie, vergezeld van een samenvatting van de arminiaanse leer in vijf punten.
Het geschil bereikt opmerkelijk snel de kerkvloer en scheidt daar de geesten zodanig dat men niet meer samen door ??n kerkdeur kan. Niet alleen afzonderlijke gereformeerde gemeenten, hele steden kiezen partij. Haarlem, Leiden, Rotterdam en Schoonhoven bijvoorbeeld worden remonstrants, Dordrecht en Amsterdam contra-remonstrants. Het conflict wordt tot op het hoogste niveau uitgevochten. De raadpensionaris van Holland, Johan van Oldenbarnevelt staat aan de remonstrantse zijde, stadhouder Prins Maurits aan die van de contra-remonstranten. Van Oldenbarnevelt bekoopt deze bizarre strijd met de dood op het schavot (1619).
Onderwijl heeft de gereformeerde kerk zich in een Nationale Synode uitgesproken over het geschil: de remonstrantse leer wordt verboden. Een rigoreus preekverbod wordt van kracht. Wie zich daar niet aan wenst te houden wordt naar het buitenland verbannen. De Remonstrantse broederschap wordt dan ook in het buitenland - Antwerpen - opgericht, in 1619. Wie blijft en toch preekt, wordt gearresteerd. De maatregelen tegen de ex-broeders zijn dus strenger dan die tegen de katholieken; die mochten immers in hun schuilkerken de mis vieren! Dit vraagt om hero?sche verhalen, zoals dat van Passchier de Fijne. Hij preekte eens staande op een slee, die van Gouda naar Waddinxveen werd getrokken. De toehorende gemeente schaatste er achter aan, zodat de pakkans minimaal was. Een Hollandser tafereel is niet denkbaar! Passchier dankt aan dit optreden de bijnaam 'Het IJsvogelken'. Andere sterke verhalen betreffen ontsnappingen van ingesloten dominees, zoals Sapma die met zijn vrouw van kleren wisselde. Men raakte er niet over uitgezongen.

De twisten hebben een stortvloed van pamfletten, spotdichten en liederen veroorzaakt, waarin de belangrijkste gebeurtenissen worden weerspiegeld, zoals de afschaffing van de waardgelders, de onthoofding van Oldenbarnevelt, de Dordtse Synode en de gevangenschap van de remonstrantse predikanten.
Bijna alle liederen zijn gedrukt op losse blaadjes of in pamfletten. Dat geldt voor beide partijen. Een aantal van de contra-remonstrantse liederen zijn alleen bewaard in een druk van het geuzenliedboek en zijn oorspronkelijk zeker op losse bladen verspreid geweest. De meeste liederen zijn om veiligheidsredenen anoniem gebleven. Een lied is ondertekend 'bij mij, wie ik zij', een ander is gedrukt 'onder het kruis': een aanduiding van vervolgden die in het geheim hun geloof belijden. Ook twee beroemde hekeldichten van Vondel op de terechtstelling van Oldenbarnevelt zijn in die vorm verspreid. Vondels lied van Reintje de Vos is 'gemaakt om op de brug te zingen; al zou Reintje er uit zijn vel om springen'. Waarbij men moet weten dat bruggen samen met straathoeken en markten de meest geschikte plaatsen waren om liedjes te zingen en te verkopen; en dat Reintje niemand minder is Reinier Pauw, de machtige ex-burgemeester van Amsterdam. Pauw zal er niet om hebben kunnen lachen. En dat geldt voor alle liederen: de spottende toon camoufleert bloedige ernst.
In theorie is er geen enkel muzikaal verschil tussen het gezang van bavianen en geuzen. Ze zongen om het hardst psalmen, de muzikale kentekens van de gereformeerden. Daarnaast maakte men voor politieke liederen ook graag gebruik van de populaire wijzen van de tijd.

De cd wordt besloten met niet-politieke liederen opgenomen van twee remonstranten die hun overtuiging met een levenslange verbanning hebben moeten bekopen: het Onze Vader van Hugo de Groot - met wiens vlucht in de boekenkist een briljante geest voor het vaderland verloren ging - en de genoemde liederen van Dirk Rafaelsz Camphuysen.

 
beschreven liederen uit deze bron (30)