lied: |   |   |   |
auteur: | [Focquenbroch, W.V.] (auteur) |
|
titel: | BRUYLOFS-LIEDT, Van een Meyer die gingh mayen in het riedt / En wat hem in het mayen al is geschiet |
beginregel: |
Het souw 'er een Meyer uyt mayen gaen, / Alsoo ver langhs gene landts-douwen
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Daar zou er een maaier uit maaien gaan Al zo ver langs gene
|
(2 liederen)
|
aantal strofen: | 12 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | bruiloftslied / verhalend lied / erotisch lied (wereldlijk) |
trefwoord: | Amsterdam / erotiek / dubbelzinnig / meier / [maaier] / veld / maailust / meisje / toestemming baas [vader] / maaien [seks] / groen rietje [dochter] / mes slijpen / zeis / gelukkig / bezwijmd na werk / zeis krom / moraal: meisjes, laat je maaien |
  | |
melodienamen (2): |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | O Nichje waer jyder myn Nichje niet |   |   | 't Geschiede op een Pinxter Manendagh |   |   |
|
commentaar:
|
Laatste strofe= oorlofstrofe. Laatste strofe= princestrofe. De tweede wijsaanduiding lijkt op "Het geschiede op eenen maenen dach, Dat men den storm voor Munster sach" (Gerrits NGL1591 069) en "'t Geschieden op een Goe-vryendagh" (o.a. AmMinnebeekje1645a 155), maar beide strofeschema's wijken af.
|
recordnummer: | 202317 |
bron: |
siglum: | NiHaVi_UtNaKu1700
([1700 ca.])
|
titel: | De Nieuwe Haegsche VINGER-HOET, met het Utrechtse Naey-kussentjen, Verciert met [...] |
pagina: |
p19
(liednummer 13) |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (books.google.nl) |
|