lied: |   |   |   |
titel: | Een oudt liedeken |
beginregel: |
Ic stont op hoogen bergen / Ic sach ter zee waert in
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Ik stond op hoge bergen Ik zag ter zeewaart in
|
(300 liederen & extra informatie)
|
aantal strofen: | 12 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | dageraadslied / verhalend lied (wereldlijk) |
trefwoord: | ongelijke liefde / armoede / rijkdom / afwijzing / klooster / standvastigheid |
korte inhoud: | Een meisje wordt verliefd op een ruiter. Hij wil haar echter niet: zij is te arm. Hij raadt haar aan het klooster in te gaan. Wanneer zij haar intrek in het klooster neemt, overlijdt haar vader. Het meisje is nu rijk. De ruiter gaat naar het klooster in de hoop dat het meisje nog steeds zijn vrouw wil zijn. Zij leeft nu echter een ander leven en is niet van plan dat voor hem te verlaten. |
  | |
melodienamen (2): |
|
|
strofeschema:
|
. . . . .
3a 3B 3c 3B 3B
(Acc. onreg.) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
5
|
commentaar:
|
=Van Duyse I, 134. Melodienorm o.g.v. incipit: mogelijk wordt boven de 5e versregel de muziek van v4 herhaald. Melodie in Van Duyse I, 132, naar 17e-eeuwse bron (4-regelig) en 134, uit de mondelinge overlevering (5-regelig). 2e melodienorm ogv editie Van der Poel 2004, 2p222.
|
recordnummer: | 1683 |
bron: |
siglum: | AntwLb1544
(1544)
|
titel: | Een schoon Liedekens. Boeck inden welcken ghy in vinden sult. Veelderhande [...] |
pagina: |
f50r
(liednummer 87) |
gebruikt ex.: | Wolfenbüttel Herzog August Bibliothek: A: 236.5 Poet |
editie: | Joldersma 1982, I 101 en II 167 / Komrij 1994, 501 / Van der Poel 2004a, I 202 en II 221 / Van Duyse, I, 134 | |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|