lied: |   |   |   |
titel: | 284. Ik voer al over Rijn. A. |
beginregel: |
Ik voer al over Rijn / was ik 'er alleyn
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Ik voer laatst over de zee ga je mee Ik voer laatst over de
|
(111 liederen)
|
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
|
strofeschema:
|
. . . .= ./ . =+ / .
3A 3B 4C 3B 3A 4D 4E 4F 2D 2E 3F | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
10
|
commentaar:
|
Afgezien van het refrein vindt men dezelfde strofevorm in een 16e eeuws Nachtfahrtlied: "Es sass ein Eul und spann", en bij latere varianten daarvan: "Ich schifft wol übern Rhein", "Ich ging bei eitler Nacht", "Ich ging wohl (mal) bei der Nacht" en in het kinderliedje "Ich fuhr einmal auf Sitt". In de Duitse lezingen gebeurt de vaart over de Rijn niet op een salieblaadje, maar op een lelieblaadje.
|
recordnummer: | 17057 |
bron: |
siglum: | Van Duyse
(1903-1908)
|
titel: | Het oude Nederlandsche lied: wereldlijke en geestelijke liederen uit vroegeren tijd: [...] |
pagina: |
II, p1009
(liednummer 491) |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|