lied: | | | |
| titel: | Vanden storm van Munster |
|
beginregel: |
Wie was die ghene die die looverkens brac. / Ende diese inder narren cappen stack
|
alle liederen met deze tekst
|
| tekstnorm: | Wie was degene die de lovertjes brak En die ze in de
|
(12 liederen)
|
| aantal strofen: | 9 |
| muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
| link (full text): | tekst  naar AntwLb1544 | tekst naar de editie Vellekoop 1972 |
|
| genre: | historielied (wereldlijk) |
| trefwoord: | Munster, slag van / Knipperdollink / 25 mei 1534] |
| korte inhoud: | Wanneer Munster wordt aangevallen door dronken landsknechten (gestuurd door de bisschop) vecht de stad terug en wint de slag. |
| | |
| melodienamen (4): |
|
|
|
strofeschema:
|
|
| verstal:
|
5
|
| commentaar:
|
=Van Duyse II, 1583. Laatste strofe =zangersstrofe.
Over de melodie van dit lied is veel te doen geweest. Het meest waarschijnlijk is dat het lied werd gezongen op de melodie van 'Te mei als alle vogels zingen', gegeven een aantal geuzenliederen rond 'Harlingen' en het lied van de Antichrist: daar zijn dubbele wijsaanduidingen met Munster en ook woordelijke en thematische overeenkomsten.
Eerdere theorieën: Volgens van Duyse II, 1583 en Van de Graft 1904, 175 is de melodie die van 'Te Munster staat een stenen huis' (melodienorm: 'Te Brunswijk staat een stenen huis'). Mincoff-Marriage 1939, 36 vindt daarentegen dat de melodie die is van 'Lovertjes dat zijn lovertjes', een wijsaanduiding uit o.m. Souterliedekens1540a en Fruytiers EWS1565, vanwege de loverkens in de aanhef. Dit lijkt op het eerste gezicht, gezien de strofevorm, onmogelijk, maar de tekst past wonderwel op de melodie; deze optie wordt gesteund door NVA en Vellekoop 1972 II, 116.
Het 4e alternatief voor de melodienorm is gekozen door Van der Poel e.a. 2004, 381, vanwege de Duits politieke traditie van tekst en muziek. "Ik hoorde de spiesen kraken" is dezelfde melodie als de in Duitsland genoemde Weissbecken Thon.
|
| recordnummer: | 1764 |
bron: |
| siglum: | AntwLb1544
(1544)
|
| titel: | Een schoon Liedekens. Boeck inden welcken ghy in vinden sult. Veelderhande [...] |
|
pagina: |
f92v
(liednummer 168) |
| gebruikt ex.: | Wolfenbüttel Herzog August Bibliothek: A: 236.5 Poet |
| editie: | Joldersma 1982, I 193 en II 291 / Komrij 1994, 799 / Van der Poel 2004a, I 379 en II 379 / Van Duyse, II, 1583 / Vellekoop 1972, I 180 / Vellekoop 1972, II 116 | |
| link (full text): | tekst van de gehele bron |
|
