lied: |   |   |   |
titel: | OP DE DRIE SCHOONE KUNSTEN |
beginregel: |
ô Dichtkunst! wie zou u niet minnen? / Geheel betovert gij de zinnen
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | O dichtkunst wie zou u niet minnen Geheel betovert gij de zinnen
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 13 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | gezelschapslied / loflied (wereldlijk) |
trefwoord: | Nederland / [Hendrik] Tollens [1780-1856] / [Cornelis] Loots [1764-1834] / Klein [Hendrik Harmsen Klyn? / Johannes Petrus Kleyn?] / [Jan Frederik] Helmers [1767-1813] / [Betje] Wolff [1738-1804] / [Aagje] Deken [1741-1804] / David [Bijbels] / [Wolfgang Amadeus] Mozart [1756-1791] / Ignaz Pleyel [1757-1831][Joseph] / Haydn [17321809]- / Rafaël [1483-1520] / [Peter Paul?] Rubens [1577-1640] / Rembrandt [Harmenszoon van Rijn] [1606-1669] / [Antoon] Van Dijck [1599-1641] / toast / schone kunsten / dichtkunst / toonkunst / schilderkunst / beroemde dichters / componisten / schilders |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Ja Fannij, enz. | Ja Fannie ja een milde regen | (7 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
6
|
recordnummer: | 197081 |
bron: |
siglum: | BloemlezGez1834
(1834)
|
titel: | Bloemlezing van Gezangen. |
pagina: |
p32
(liednummer 31) |
gebruikt ex.: | Amsterdam MI: 3978 Gesloten Kast: A 10 |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (books.google.nl) |
|