lied: |   |   |   |
titel: | Dit is een schon [!] lof van die soete naem Jesus en gaet op die wijse alsmen [...] singet of leset des avonts als ghy slapen gaet met desen ymmen Christi du biste dach ende licht |
beginregel: |
Gy [!] loven dy Jhesu Christe / Coninck der bermherticheyt
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Wij loven dij Jezus Christus Koning der barmhartigheid
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 2 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | loflied (geestelijk) |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | salve regina |   |   |
|
commentaar:
|
Dit lied dient, zo blijkt uit de titel, 's avonds voor het slapen gaan gezongen te worden, wanneer ook het 'Christi du biste dach ende licht' (SuB1599 006 =SuB1572 035) gezongen wordt. De tekst bestaat uit twee delen, maar is niet strofisch. Na het eerste deel volgt een 'versikel', dat, volgens de typografie, onderdeel van dit gezang uitmaakt (het wordt hier als str2 beschouwd). Een versikel is een onderdeel van de kerkelijke getijden. SuB1599 008 dient hier direct op te volgen, maar wordt, volgens de typografie, wel als een zelfstandige eenheid beschouwd en is daarom onder een nieuw nummer opgenomen. Deze 'collecta' kan als slotgebed van de kerkelijke getijden gezongen of uitgesproken worden. In de vijftiende en zestiende eeuw ontstaat uit het Salve Regina en de zegen met de heilige Eucharistie het 'lof' (dit vond plaatst i.p.v. de Vespers en Completen): daar lijkt hier sprake van te zijn.
|
recordnummer: | 25751 |
bron: |
siglum: | SuB1599
([1599?])
|
titel: | Dit is een suverlijck Boecxken inden welcken staen veel schone leysen, in latijn [...] |
pagina: |
fB4r
(liednummer 15) |
gebruikt ex.: | Amsterdam KNAW: G. 297 |
|