lied: |   |   |   |
titel: | caermen |
beginregel: |
Het quam en ruter uut boscaen / Ghijster nawent al in den wijn
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Het kwam een ruiter uit Bosschajen Gisteravond in de wijn
|
(7 liederen & extra informatie)
|
aantal strofen: | 5 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | ruiterlied (wereldlijk) |
trefwoord: | Biskaje |
korte inhoud: | Een ruiter probeert in een kroeg een meisje te versieren. Wanneer dat niet wil lukken gaat hij direct door naar een volgend meisje, maar niet zonder zijn 'liefdesverdriet' clichématig te verwoorden |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | Het kwam een ruitertje uit Bosschajen | (28 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
. . . . .
4a 4B 4a 4B 4B 4C 4B 4C
(Rijmgesl. onreg.) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
8
|
commentaar:
|
Over de betekenis van 'Bosschajen' (str1, v1) zie ook Van Duyse I, 424, Joldersma 1982 II, 125 en Vellekoop 1972 II, 173.
|
recordnummer: | 26476 |
bron: |
siglum: | HsAmUB IA24
([laatste kwart 15e eeuw])
|
titel: | Handschrift Borgloon |
pagina: |
N,p2
(liednummer 12) |
gebruikt ex.: | Amsterdam UB: I A 24, l, m, n |
editie: | Biemans 2000, 156 | |
|