Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


Liedeken Stemme vreugdigh herten tsaem geschaeckt liefde nimmer soo gheluckte etcª.

1.
Is er dan in s'weerelts pacht
soo veel soetigheijd te vinden
dat sigh ijder laet verblinden
door het gelt heeft gelt de magt
dat het Waere vreught kan geven
dat het tegenspoet en druck
kan verkeeren in gheluck
ick laet toe daer na te streve
maer de rijcke doen wel blijcken
door hun woelen dat het gelt
hun in geen vernoegingh stelt

2.
die ghenoegh met weijnigh heeft
kan in deught en eeren leven
maer waer wort er een vergeven
die daerom te beter leeft
valscheijts afgrond noijt te peijlen
wraeck zucht, nijdt en overdaedt
alle sonder alle quaedt
alle boosheijt, alle feijlen
sagh bevatten, daer de schatten
gelden, en daer pracht gebiedt
gelden deught en eere niet

3.
geeft den dorst smaeck aen dranck
kan men soo goe sans bewijsen
als den honger tot de spijse
wort den rijcken oock wel kranck
moet hij koudd'en hitte voelen
kan hij tegen s tijdts gewelt
sigh niet kanten met sijn gelt
moet hij met de doodt oock woelen
en met sterven alles derven
is den rijcken naer sijn doodt
als den aermen even groot

4.
kan geen sacht en prachtigh bedt
rijcke doen geruster slapen
als den vaeck een slechte knape
daer hij hem ter neder zet
sijn de deught saem mans en vrouwen
soo wel bij gemeene lien
als bij rijcke niet te sien
die hun plichten onderhouwen
sijn hun sinnen in het minnen
en elckander bij te staen
[...] van rijcker min voldoen?

5.
kan een goud of silver schael
wijn of bier doen beter smaken
kannen silver schotels maken
in een vriendelijck onthael
dat de spijs van meerder kracht zijn
kan een stoff of laken kleedt
niet van t'lichaem alleen leedt
schoon het van een ruijger vacht zij
soo wel keeren, als de kleeren
die van goudt en silver stijf
niet meer dienst doen aen het lijf

6.
komen rijcke door hun gelt
hoe zij machtigh sijn met hôpen
al dit voordeel af te koopen
noch te keeren het gewelt
van het geen hun kan misnoegen
sijn s'oock onderworpen aen
al wat ons kan tegen gaen
moeten s'hun naert 't noodt lot voege
daer s'mijns oordeel, weijnigh voordeel
in het gelt, dat niet en geeft
dat men meer geluckigh leeft

7.
siet men niet dat al het geen
in het tijdelicke leven
t'meest vernoegend' is gegeven
rijck ende onrijck is gemeen
geeft t'besit van eer en schatten
n'iets volmaeckter aende rust
of niets soeter aende lust
soo en kan ick niet bevatten
hie de menschen, stadigh wenschen
na t'genot van eer en goedt
dat hun soo cleen voordeel doet

8.
Die de groote wel bevroedt
en hun ongerustigh draven
vind dat sij zijn groote slaven
van de driften huns gemoedt
daer in tegendeel de menschen
die de ruste van t'gemoedt
stellen boven pracht en goedt
alles hebben wat sij wenschen
en in deughden meerder vreughden
vinden als die in het gelt
hebben al hun hoop gestelt

9.
waerom soud ick dan na gelt
of na pracht en grootsheijt trachten
die het leet niet kan verzachten
dat de menschlijckheijdt verzelt
noch mij meer geluck toe voegen
daer een die genoeghzaem heeftt
blijder en geruster leeft
vol van innerlijck genoegen
neen ick achte het betrachten
van de ruste des gemoedt
meer als pracht en overvloedt

Nederlandse en Franse wereldse liederen
1600-1700
Gent UB: Hs 898
f20r

Transcriptie van titel, wijsaanduiding en liedtekst, naar bron, diplomatisch. Door Pieter Moelans.