|
|
|
[15] Jacques Champion de CHAMBONNIÈRES - CHACONNE
Huygens' contacten met de beroemdste klavecinist van zijn tijd, Jacques Champion, Sieur de Chambonnières, verliepen aanvankelijk alleen schriftelijk of via Constantijns zoon Christiaen, die in Parijs vertoefde. Huygens had grote bewondering voor Chambonnières: hij beschouwde hem als ongeëvenaard op het klavecimbel, zowel wat betreft zijn composities als zijn 'beau toucher'. De belangstelling was wederzijds: Chambonnières stuurde Constantijn werken en schreef aan Christiaen dat hij uitzag naar een ontmoeting met diens vader. Hij was ongetwijfeld geïnteresseerd in een tournee naar het Noorden. De mannen aanschouwden elkaar pas in 1661 in levende lijve, toen Huygens een diplomatieke missie in Parijs volbracht.
ln 1655 prees Huygens zich gelukkig een twee-manuaals klavecimbel van Johannes Couchet te hebben kunnen bemachtigen, kort voordat deze bouwer stierf. Hij was er trots op dat ook Chambonnières een dergelijk instrument bezat. Bij deze opname wordt overigens een tweemanualige Couchet-kopie van Willem Kroesbergen bespeeld.
Chambonnières, die de titel van Markies verwierf, leefde op grote voet en verkeerde voortdurend in geldproblemen. Niet alleen maatschappelijk, maar ook artistiek schijnt het ten slotte met hem bergafwaarts te zijn gegaan: in 1660 bericht Christiaen dat hij hem een air heeft horen spelen en zingen die 'slechts middelmatig' was. | |
|
|
Camerata Trajectina (artiest),
De muzikale wereld van Constantijn Huygens. (Muziek uit de Gouden Eeuw 3). VNM R 87005
|
|
1987
|
|
| 1: 15 |
|
|
|
