Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


8a. FRAGMENT UIT GRANIDA:

HET VINNICH STRALEN VAN DE SON
melodie uit Dubbels' Helikon (1645)

Dit is het lied van Dorilea waarmee Hoofts herdersspel Granida begint. Herder Daifilo bemint Dorilea, maar ze durft niet op zijn avances in te gaan. Stel je voor dat hij haar laat zitten! Maar kijk, daar komt hij aan. Wat nu? blijven staan? maar dan vindt hij haar. Weglopen? maar dan vind hij haar niet! Dan maar gauw achter dit bosje!


Het vinnich stralen van de Son
Ontschuil jck in 't bosschage;
Indien dit bosje clappen (*1) con,
Wat melde 't al vryage!

Vryage? neen. vryagie? jae,
Vryagie sonder menen;
Van hondert harders (ist niet schae?)
Vindtm'er getrouw niet eenen.

Een wullepsch knaepien altijt stuirt
Nae nieuwe lust sijn sinnen,
Niet langer als het weygeren duirt,
Niet langer duirt het minnen.

Mijn hartje treckt mij wel soo seer,
Soo seer, dorst jck het wagen,
Maer neen, jck waeg' het nemmermeer,
Haer (*2) minnen sijn maer vlaegen.

Maer vlaegen, die t'hans (*3) overgaen,
En op een ander vallen;
Nochtans jck sie mijn vryer aen
Voor trouste van haer allen.

Maer of 't u miste (*4) domme maeght,
Ghij siet hem niet van binnen.
Dan 't schijnt wel die geen rust en waeght,
Can qualijck lust gewinnen.

Oft ick hem oock lichtvaerdich von,
En 't bleef in dit bosschage,
Indien dit bosje clappen con,
Wat melde't al boelage (*5)!

(*1): praten
(*2): hun
(*3): snel
(*4): als het eens niet zo was
(*5): gevrij

Camerata Trajectina (artiest), Oren aan Hooft: Liederen en liedjes van Pieter Corneliszoon Hooft. VNM R 81002
1981
1: 8a