|
|
[18] DE WESP INT HOOT Danslied van de kamer De Jannettebloem (De koekoeksbloem) alias D'ongeleerde uit het stadje Lier bij Antwerpen voor het juweel van 1561. Het diende tot besluit van een haagspel, een klucht over Griet Suermuyl, die haar man Jan Goedbloed verschrikkelijk op de huid zit. Ze heeft een wesp in haar hoofd, zoals de uitdrukking zegt. Moraal voor de vrouwen: niet kijven, aardig zijn voor elkaar. Moraal voor de mannen: als je vrouw de wesp in het hoofd heeft, laat haar dan met rust. Te zingen op een vermoedelijk speciaal voor dit lied gecomponeerde melodie.
Weest al verblijt,, tot vre u paert Eel Gheestkens int ghemeene, Want ons den tijt,, vreucht openbaert Deur Tviolierken reene, Dat nu ontdoet Uut ionsten vroet Rhetorices banieren. Al waer hier bloot (*1) De wesp int hoot, Si en mach hier niet logieren. (*2)
Ghy vroukens fier,, wildy sijn vry Al vander wespen steken, Schoudt (*3) quaet ghetier,, dat raedick dy, En wilt vriendelijck spreken, Want een soet woort Gramschap versmoort, U mans suldy verwinnen, (*4) Maer kijfdy bloot, De wesp int hoot Suldy seer saen bekinnen. (*5)
Aenhoort ghy mans,, op dit termijn: Veel wijfs hebben oick wespen. Aen sulcken dans,, ist qualijck sijn, (*6) Als sy haer mou ontghespen. Schoudy verdriet En roerse niet, (*7) Maer laetse in haer wesen. Ick seght u bloot: Sulck wesp int hoot Is seer quaet om ghenesen.
Leeft sonder haet,, in dit ghespan, (*8) Laet int hoot gheen wesp vernachten. Griet Suermuyl quaet,, doet inden ban, Laet haer plattijnen (*9) wachten. Want soeckt ghy haer, De wesp volght naer; Wy hebbent wel bevonden. (*10) Dus vliedy bloot De wesp int hoot, Sijt minlick tallen stonden.
Prince eerbaer,, in danck ontfaet (*11) Dit liedt van Dongheleerden, Die liefde claer,, wou vroech en laet, Dat wy den hoop vermeerden. Dus over al Schoudt quaet gheschal. En wilt vrelijck hoveren. (*12) Crijght iemant bloot De wesp int hoot Laetse niet domineren.
(*1): al was hier klaarblijkelijk (*2): ze mag hier niet blijven (*3): houdt u verre van (*4): daarmee kunnen jullie je mannen inpalmen (*5): spoedig kennis mee maken (*6): dit een nare 'dans' om aan deel te nemen, als zij de mouwen opstropen (*7): als je geen narigheid wilt, blijf dan van ze af (*8): huwelijk (*9): muilen (pantoffels) (*10): dat hebben we goed gemerkt (*11): ontvangt (*12): vredig met elkaar omgaan
Uit: Spelen van sinne, Antwerpen 1562. Melodie van het liedblad tCaetspel der Franchoysen, 1583. Vijfstemmige zetting door Nico van der Meel.
| |
|
Camerata Trajectina (artiest),
Ensemble Oltremontano (artiest),
Leids Rederijkerskamerkoor (artiest),
Rethorijckers en musyckers: muziek van de rederijkers [CD]
|
2003
|
|
1: 18 |
|
|
|