|
|
[1] KOMT DOCH VARENT VOLK
Onder de zonden die zeelieden moeten vermijden is ook het voor de lol doodslaan van meeuwen, betoogt Frank Metael in zijn liedboek met de opmerkelijke titel Maas-sluysse meeuwe-klagt. Dat meeuwen meppen lijkt misschien niet zo erg, want God heeft de mens boven de dieren gesteld. Maar het is niet Zijn bedoeling dat wij de natuur verspillen. Dood een meeuw dus alleen als je in hongersnood verkeert.
Een geestelyk liedt over de onbedenckelyke sorgeloosheydt van veel varende lieden; en hoe weynig de sonden by veele niet geacht en worden. Stemme: Christelyck krygsman, Of Schoonste Larinde.
Komt doch varent volk, hoort toe, zee-lieden, Laet u van 't quade raden af. Wilt de kleyne en groote sonden vlieden, Denckt hoe de zee, dat diepe graf, Meenig verslon, Eer sy daer eens op dagten, Daerom wilt u wagten, Sorgeloos te zijn; Wilt doch altijdt By dagen en by nachten, Al het quaet verachten; Wacht u oock voor schijn. Denckt dat Godt Het alles siet en weet, U leeg tijdt daerom Doch niet onnut besteet.
Wilt oock meeuwen soo licht niet slaen of dooden, Terwijl daer mee veel quaet in steekt, Maer wacht u tot dat gy haer hebt van noden, En dat u het voedsel ontbreeckt; Want ick weet dat Veel gruywelijcke vlooken Werden uytgesprooken Om der meeuwen wil; Jong en oudt, Al die dit werk soeken, Met boogen of hoecken (*1), Of met eenig hout, Dat gy daer Toe bruykt om haer te slaen. 'k Seg 't word al selde Behoorlijk gedaen.
Ik weet wel dat 'er veel sullen staen kicken (*2), Dat ik 't meeuwe dooden bestraf, Maer ey, wilt nu doch wat hooger gaen micken, Siet op die haer het leeven gaf. Nooloos het vee Te smijten en te kerven En laten bederven, Wordt ons niet belast (*3); 't Is waer dat al Moet voor den mens sterven, Als 't vrugt kan verwerven, Maer dit 's mis getast. Meeuwen sijn Tot niemands scha of leet, Haer vlees niet weert Dat men 't buyte kommer eet.
(*1): vishaken (*2): schampen (*3): opgedragen | |
|
Camerata Trajectina (artiest),
Het Maassluise Hoekertje: liederen uit de Gouden Eeuw van Maassluis. GLO 5258
|
2014
|
|
1: 1 |
|
|
|