Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


14. EEN LIEDEKEN VAN HANS VANDER MAES*
Tekst uit het Offer des Heeren (1563)
Zetting van Gherardus Mes

In het `Offer des Heeren' verzamelden de Wederdopers brieven en liederen van hun martelaren, die door de inquisitie werden vervolgd. Als hoogtepunt van het martelaarschap gold het verhoor, het uur van de waarheid, waarin de beklaagde ondanks wrede martelingen zijn standvastigheid moest bewijzen. De verhoren werden vaak woordelijk weergegeven, zoals hier bij Hans van der Maas.

Nae de wijse, Vanden xli. Psalm. Ofte, Tyrannich werck vol archs ghedronghen.

Tyrannich werck spoortmen nu alle weghen
Waer ghy ter werelt wilt keeren oft gaen
Alsulcx versocht Hans van der Maes ter deghen
Als hy op de pijnbancke was gelaen
Wat grooter smert en pijn ter baen
Heeft hy ontfaen
Sijnde in handen van die wreden
Daer hy die waerheyt vroomlijck heeft beleden.

Vraag:
Tsacrament datmen gebruyct inde Misse
Na dat de Priester heeft geconsacreert
Is dat niet tlichaam Christi ghewisse
In vleesch en bloedt, sooment ter Kerck useert?
Antwoord:
Hoe sou dat zijn? Lucas gheeert
In Actis leert
Int eerste met een schoon verclaren
Als dat Christus ten Hemel is gevaren. Acto.1.b.10.

V: Wat hout ghy vanden dienste inde kercke?
A: Voor groote grouwelijcke Afgodery
V: Houdt ghijt voor die Hoere van Babels wercke?
A: Jae, ghelijck alst staet in Apocalipsy Apo.13.a.4.
V: Niet connen betoghen sult ghy
Dat gheweest sy
Boven veertich Jaren, te weten
U lieder Kercke, herdoopers gheheten.

A: Wy en settense in geen Register boecken
Ghelijck als is der Roomscher Kercken aert
Want elck om te niet te doen haer soecken
Heeft niet te hulp den Keyser hooch verclaert
(Als de Roomsche) oft Prins vermaert,
Elck haer aenvaert
Maer sy ist af van Christus tijden Mat.16.c.18.
Den steen des Fondaments wy hem belijden. Act.4.a.11.

V: Wilt ghy oock de Overheyt obedieren
A: Ja, alst niet is teghen tghebodt devijn
(Sprack hy) mijn heeren in alle manieren
V: Wilt ghy oock sweeren voor de heeren fijn
Want ghy moet onderdanich zijn
D'Overheyt dijn Rom.13.a.1.
Petrus en Paulus bey so leeren 1.Pet.2.b.13.
A: Neen, Christus seyt: Ghy en sult gheensins sweeren.Mt.5.d.34.

V: En behoort ghy niet de waerheyt te segghen?
A: Ja wy wel, heeft Hans tot haer geseyt
V: Van u meegesellen wilt ons wtleggen
A: Daarop heeft hy geantwoort met bescheyt
Datmen den naesten schult opleyt
Dats gheen waerheyt
Christus hout ons sulcx niet te voren
Doen hebben sy hem sterckelijc besworen Mt.26.f.62.

Hans sprack: U besweering ick niet en achte
Dat selve is der toovenaren werck bloot
Daer vielen die fel honden aen onsachte
Met pijnen en tormenten swaer en groot
Maer zijnde in alsulcken noot
Dat Godt gheboot
Daer heeft hy niet af willen wenden
Maer bleef daer vast by als een Heldt ten enden.

Camerata Trajectina (artiest), Liederen van Dirck Volckertszoon Coornhert
1990
1: 14