|
|
1. SINTE ANTONIUS ABT
Antonius was de aartsvader der kluizenaars. Hij woonde 35 jaar in een grafspelonk en 20 jaar op een berg aan de overkant van de Nijl. Daarna trok hij zich terug in de woestijn. De duivel probeerde hem te verleiden, vermomd als naakte vrouw of als varken, maar kon met het Heilige Kruis worden afgeweerd. Antonius was patroonheilige van onder anderen armen en boeren, van boogschutters, blikmakers en borstelbinders, van de brandweer van het Vaticaan, van slagers, sloddervossen en suikerbakkers, van varkenskooplieden, worstenmakers en handelaren in gerookte vleeswaren.
SINTE ANTONIUS ABT XVII. Januarij Stem: Zegt my wel schoonste Nimfelijn
Kluysenaer die noch A.B.C. Noch boeck, noch schrift kond lesen, Wat heeft u tot sullicken stee, Van wijsheid opgeresen?
[Antonius:] 't Was Godes woord die door de mond Des Priesters my dee raden: Laet uw' goed, en volligt terstond Mijn voorgetreden paden.
Alle de dieren kleyn en groot, De hagen, heggen, heesters, Mieren, pieren, wormen snood Verstreckten my tot meesters.
Ick sagh daer in mijn Scheppers eer, Sijn magt, sijn schoonheid glimmen, Zoo dat my 't geschapen, een leer Was om tot Godt te klimmen.
Satanas selfs, die my de kracht Des heyligs Cruys dee blijcken, Als ick sijn hoovaerdige magt Daer vooren dwong te wijcken.
'k Zag hem eens als een more kind, Pick swart, en vuyl van wesen, Onwaerd om te werden bemind, Te kleyn oock om te vreesen.
Houd voor gewis: den duyvel vlucht Voor 't vasten, bidden, waken, Maer voor Christus minnende sucht Noch boven alle saken.
Gode zy lof, Antoni bidt Dat wy uw les onthouwen, En met u in't hemels besit Het aenschijn Gods aenschouwen.
| |
|
Camerata Trajectina (artiest),
Suster Bertken: tussen heilige kluizenaars en kloosterlingen
|
2006
|
|
1: 1 |
|
|
|