Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


4. REYNERUS, KLUYSENAER VAN OSEN-BRUGH

Een lied over de Zalige Reynerus, kluizenaar van Ossenbrugge. De geboren Groninger Reynerus Inclusus, Reinier de ingeslotene, woonde vanaf het jaar 1211 in een cel bij de kathedraal van Osnabrück, Ossenbrugge in 17e-eeuws Nederlands. Hij volgde een leven van gebed en versterving, sliep weinig, at geen vlees of meelproducten en snoerde zijn lichaam in met ijzeren riemen. Na zijn overlijden gebeurden er wonderen aan zijn graf.

B. REYNERUS, Kluysenaer van Osen-brugh. XI. Aprilis.
Stem: Belle je mauldirois le jour

Besteeckt den Kluysenaer Reynier,
Met Leeljen, en met Eglantier,
Want wat geblomt sou anders cieren,
De glans van een soo lieven naem?
End' op des Monicks Reyne Nieren
Is anders oock geen kruyd bequaem.

Tot Osenbrugh stond desen held,
Kloeck-moedigh dagh en nacht te veld:
Gestaeft van hand, gheschort van lenden.
Sijn vaendel was des Heeren Cruys,
Daer door hy alle onraed wende
Manhaftigh van sijn diepe kluys.

Siet hier de kroon van wit-geblomt!
Haest u, man Goods Reynier! en komt.
Verlaet uw' kluys: men sal u kroonen.
Want voort-aen nood u Goods gena
Voor eeuwigh, om met hem te woonen,
Bid slechts dat wy u volgen na.



Camerata Trajectina (artiest), Suster Bertken: tussen heilige kluizenaars en kloosterlingen
2006
1: 4