[4] LIED VAN DE AFGUNST
Ik ben gezond van leden, Ik heb het grootste bot. Toch ben ik nooit tevreden, Ellendig is mijn lot. Ik moet naar anderen gluren, Het bot is mij te klein. Ik zie alleen maar buren Die welvoorziener zijn.
Ik heb een mooie woning Van vloer tot hanenbalk. Toch voel ik mij nooit koning, Ik hunker naar de valk. Ik hunker naar de vrouwen, Door mij nog niet betast. Laat mij met weelde sjouwen - Het is een lichte last.
De wereld wordt steeds ruimer En ik woon in een cachot. Waarom voor mij de kruimels - Ik wil een groter bot. En morgen weer een groter, De wereld draait in 't rond, Ik loop nog op vier poten, Ik zelf, ik ben de hond.
| [4] THE SONG OF JEALOUSY
I'm healthy as I want to be, I have the biggest bone. But satisfied? I cannot be Such misery I own. I leer all day at others My bone is still too small - For all I see are neighbors Who seem to have it all.
My home's as big as legal From stem to stern you'd gawk, But still I don't feel regal I hanker for a hawk. I hanker after women Whose beds I've not yet hoed. Oh let me live in luxury - That'd be an easy load.
The world keeps getting bigger My hut makes me despair. Why only crumbs left over? I want a bigger share. And while the world keeps turning More, even more I'll hog, Down on all fours I'm churning: That's me, I'm just a dog.
Translation: Ruth van Baak Griffioen |