Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


Engelse tekst
11. ALSMEN DUYSENT VIJFHONDERT HEEFT GESCHREVEN
De Amsterdamse schuitvoerder Gerrit Corneliszoon werd opgepakt en bij zijn verhoor gruwelijk gemarteld en vernederd. Desondanks houdt hij stand en vraagt God zelfs om vergiffenis voor zijn kwelduivels.

Van Gerrit Corneliszoon tot Amsterdam ghebrant An. 1571.
Nae de wijse: Het was een Joden dochterken.

Alsmen duysent vijfhondert heeft gheschreven
En eenentseventich Jaer,
Heeft Gerrit Corneliszoon verheven
Ghelaten zijn jonge leven
t'Amsterdam in't openbaer.

In een vlotschuyt (*1), na't vermonden (*2),
Tot wercken was hy bereyt;
Daer heeft hem de Schout gevonden,
Gevangen ende gebonden
Ende na Stadthuys geleyt.

Op de pijnbanck heeft hy gelegen.
Merckt wat geslachte dat dit is!
Hem daer met roeden geslegen
En met een aker (*3) vol, t'en dient niet geswegen,
In zijn lijf gegoten met pis.

Al om des rechts verstrangen (*4)
Hebben sy zijn handen overstuer (*5)
Ghebonden en op gehangen
En zijn so van hem gegangen.
Och vrienden, dit was so suer.

De Heeren hooge van moeden
Hebben noch onversaecht (*6)
Hem doen slaen met scherpe roeden.
Godt ginck zijn tonge behoeden
Dat hy niemant heeft beclaecht (*7).

Seer gepijnicht, naet gewagen (*8),
So dat hij niet conde gaen.
Op een stoel was hy gedragen
Alsmen voort recht soud gaen claghen (*9);
In de vierschare was hy gedaen.

Merckt wat eer sy hem toonden
In de vierschaer als een sot:
Met een hoet met bloemen hem croonden,
Ghelijck als sy Christum loonden;
Also hielden sy met hem den spot.

Sentency met cleene verstanden (*10)
Uuytten sy, en deden wraeck:
Datmen sou worgen en branden
En also brengen van handen
Ghebonden aen eenen staeck.

Driemael geroepen seer vyerich
Heeft hy: 'O Vader coen,
Vergeeft haer seer goedertierich,
Hoe wel sy my quellen onmanierich:
Sy en weten niet wat sy doen.'

'Och volck, eewich is so lange!
Vader, eewich is lange tijt!'
Riep hy met herten banghe.
'Och, deze Crijch is seer stranghe!
Vecht nu, vleesch, dit's de laetste strijt.'

Als de koorde was aen zijn keele
Riep hy voor minst en meest:
'O Vader, ick u hier bevele,
Voor de menschen ick dit niet heele (*11),
In uwe handen mijnen gheest.'

Dus dede hy zijn offerhande
Al voor de werelt blent.
Hy vreesde werelt, doot noch schande,
Noch de heren van den lande.
Hy street met ghewelt totten ent.

(*1): ondiepe schuit zonder boorden voor het vervoer van biervaten, hout enz.
(*2): naar men zegt
(*3): emmer
(*4): hardvochtigheid
(*5): achterwaarts: op zijn rug
(*6): zonder terug te deinzen
(*7): over niemand heeft geklaagd
(*8): naar men zegt.
(*9): aanklagen
(*10): onzinnige uitspraak
(*11): verberg.

11. When One has written 1500
About Gerrit Corneliszoon, burned at Amsterdam in 1571.
To the tune: There was a daughter of a Jew.

When one has written 1500
And 71,
Gerrit Corneliszoon was raised up
To lose his young life
Publicly, in Amsterdam.
In a flat barge, it is said,
He was preparing to work;
There the sheriff found him,
Captured and bound him
And led him to the city hall.

On the torture bench did he lay.
Observe what kind of people these are!
They beat him there with rods
And with a full bucket -- this cannot be silenced --,
They poured urine into his body.

In the name of harsh justice
They bound his hands behind his back
And hung him up
And so they left him.
Oh friends, this was so horrible.

These courageous magistrates
Still undaunted
Struck him with sharp irons.
God held his tongue, however,
So that he betrayed no one.

It is said that he was so tortured,
That he could no longer walk.
He had to be carried on a stool
To where he would be accused before the court;
He was brought into the courtroom.

Observe what kind of honour they showed him
In the courtroom; like a fool:
They crowned him with a hat of flowers,
Just as they had done to Christ;
They also held him up to derision. [Matthew 27:29]
A senseless verdict
Did they pronounce, and took vengeance:
He must be throttled and burned
And also cut off his hands
Bound to a stake.

Three times he cried out loudly:
Oh good Father,
Forgive them in your clemency,
Although they torment me inhumanely:
'They know not what they do.' [Luke 23:34]

'Oh people, eternity is so long!
Father, eternity is a long time!'
He cried out with a heavy heart.
'Oh, this war is very strange!
Fight now, flesh, this is the last battle.'
When the rope was placed around his neck
He called out to the least and greatest:
'Oh Father, I here commend,
-- I did not conceal this from the people --
My spirit into your hands.' [Luke 23:46]

Thus he offered himself up
Before this blind world.
He feared neither world, death nor shame,
Nor the magistrates of the land.
He struggled valiantly until the end.


Translation: Gary K. Waite

Camerata Trajectina (artiest), Genade ende vrede: doopsgezinde muziek uit de 16e en 17e eeuw = Grace and peace : 16th and 17th century Mennonite music from the Netherlands. Dubbel-CD. GLO 6038
1996
1: 11