Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


5. D'AMSTERDAMZE VUILE-BRUID

[>>De nachtelijke serenade/ The nocturnal serenade, ca 1668-72 (N?rodn? Galerie, Praag)]

Een groepje komedianten brengt een serenade, begeleid op de bombas of blazeveer. Dit volksinstrument kan worden omschreven als een eensnarige contrabas met een varkensblaas als klankkast. De rest van het ensemble bestaat uit luit, dwarsfluit en zang.
Het vrolijke muziekje dat we de muzikanten hier in de mond leggen, stond in de het midden van de 17e eeuw bekend als 'Kooker Janszen'. We laten er een tekst op zingen die een uitnodiging is voor een bruiloft met een 'vuile' (zwangere) bruid - ook bij Jan Steen een geliefd motief.

A small group of musicians has organised a serenade accompanied by a primitive bass, called 'bombas' or 'blazeveer'. This folk instrument can be described as a one-stringed double bass with a pig's bladder serving as a sound box. The rest of the ensemble consists of lute, transverse flute and singers. The jolly piece of music that we have put into the mouths of the singers here was known in the middle of the 17th century as 'Kooker Janszen'; its text is an invitation to a wedding with a 'dirty', i.e. pregnant, bride - also one of Jan Steen's favourite themes.


D'Amsterdamze Vuile-bruid.
Toon: Hey waar benje Kooker Jansz.

Bruiloft by den akkerlooten (*1)!
'k Nood jou allegaar ter Feest.
Kom vrymoedig aan gestooten,
Wat, tut, tut, (*2) wees niet bevreesd.
Den Bruigom
Zend mijn om (*3)
Jou te nooden al te maal;
Wilt dan komen
Zonder schromen
In 't Pallais van Poortegaal (*4).

(*1): sakkerloot!
(*2): Hoezo "rustig maar"?
(*3): rond
(*4): naam van een herberg

Tekst: De Olipodrigo I, Amsterdam 1654.
Melodie: Oude en nieuwe Hollantsche Boeren Lieties en Contredansen, Amsterdam ca 1700.

Camerata Trajectina (artiest), De muzikale wereld van Jan Steen = The musical world of Jan Steen / Jan Steen: schilder en verteller = Jan Steen: Painter and storyteller. GLO 6040
1996
1: 5