Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


[4] S. POLYCARPUS MARTELAER.
XXVI. Januarij.
Stem: Noch weet ick eens Graven Dochterkijn.

Polycarpus was leerling van St. Johannes de Evangelist, die hem rond het jaar 96 tot bisschop van Smyrna benoemde. Polycarpus weigerde te offeren aan de afgoden en werd, meer dan negentig jaar oud, ter dood veroordeeld. De vlammen van de brandstapel bleven voor hem wijken, zodat hij tenslotte met een dolksteek moest worden gedood.


Verteller:
"Strijd vromelijck Polycarpus! en doet
Uw' dingen met een verheven gemoed,"
Riep wijlen in't Amphitheater
Den hemel, als 't volck nae't Christen bloedt
Was dorstigh, als na water.

Den Bisschop van Smyrna, d'heyligsten Man,
Discipel van Jesus jonger Johan:
Oud over de negentigh jaren,
Stond voor den Rechter om reden van
Sijn Gods-dienst te verclaren.

Rechter:
Wel aen dan, O Polycarpus, sprack hy,
Verloochend het Cruys, en edigt met my
Den Keyser en sijnder fortuynen,
Of anders soo sal ick doen leven met dy
Als met de snoo schurluynen. (1)

Polycarpus:
Proconsul! gh'en spreeckt geen reden altoos,
Hoe soud' ick toch kunnen wesen soo boos,
Dat icker de liefde mijns Heeren,
Die my voor't beginsel des wereld verkoos,
Zou immermeer versweeren.

Ick dien hem nu ses en tachentigh jaer,
Van handen getrou, van monde eerbaer,
Op hoop van een Hemelsche krooning;
Hoe soude dan nu dit silver hayr
Versaken sulcken Koning?

Rechter:
Flucks datmen hier hael het bloedigste dier,
Flucks datmen ontsteeck het vlammighste vier,
En straffe des snoodsten der boeven.
Polycarpus:
Bedaerd u fijn man: want al u getier
En kan my niet bedroeven.

'k En schroom hier geen Leeu,
'k En vrees hier geen tand,
Geen solpher, geen vyer, geen bloedige hand,
Als my maer 't ondurige lijden
Van't knarssigh geschrey end' eeuwigen brand'
Der hellen magh bevryden.

Verteller:
Maer leyder de vlam van 't brandende hout
Verwayde, noch dorst oyt werden soo stout
Van Polycarpum te raken.
Men sagh hem in't vyer niet anders dan goud
Staen blosen om de kaken.

Doorsteeckt hem Tyran! want weet dat de gloed
Van't vlammende vyer, door anders geen vloed
Van water sal komen te stelpen.
O Martelaer! laet ons uw' Roosenhoed
By Gods genade helpen.

(1): Schobbejakken

Camerata Trajectina (artiest), Zingende zwanen: heiligenliederen uit de Gouden Eeuw [van] Jan Baptist Stalpart van der Wiele en Guillelmus de Swaen. GLO 6053
2001
1: 4