Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


1. SEGHT NU GHY NIEUW' SOLDATEN

Een lied over het afdanken van de waardgelders. Deze soldaten waren op instigatie van de Hollandse raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt aangetrokken om de orde in de remonstrantsgezinde steden te bewaren. Op last van Prins Maurits worden de waardgelders een jaartje later weer van hun taken ontheven en de remonstrantse regenten vervangen. Reden tot vreugde voor de contraremonstranten. In dit lied worden de gehate waardgelders beschimpt: de soldaten die Utrecht, Leiden, Rotterdam en andere steden hebben bezet gehouden moeten maar op een kar het land worden uitgezet, richting het katholieke zuiden.

Een Nieu Liedeken, daer in verhaelt wort het afdancken vande Waert-Gelders,
Op de Wijse: Seght ghy Berghsche Soldaten, &c.

Seght nu ghy nieuw' Soldaten,
Hoe waert ghy soo ghesint
Dat ghy teghen de Staten
En uwen Prins bemint
Het Mes ginckt gorden op u zijden?
Ghy bracht u selven int lijden,
Dit vryelick doch bekint.

Laet nu met een moet (*1) maken
Een waghen exellent,
Daer ghy mee mocht gheraken
In Landen onbekent,
Daermen groot'lycks heeft van doene (*2)
Alsulcke Waert-Gelders koene,
Ghy bent noch niet aen 't ent.

Voor op moeten wy setten
Met een seer goedt ackoort,
De Uutrechtsche Cadetten (*3),
Want haer de plaets behoort,
Lijckent nu niet wel Monnicken schoone
Nu zy dus sitten ten thoone
Op d'Waghen onghestoort?

Tis te Leyden ghebleecken
Hoe dat zy zijn ghequelt,
Met den Key onbesweecken
Het dient hier oock vertelt,
Hoe de Key daer begost te wercken (*4),
Doens' begonnen daer te percken (*5)
Dit Volck te gheven Geldt.

De Rotterdamsche Knechten
Die moeten oock al mee,
Die liever Eten als vechten
En krijgen (*6) alst is vree.
Dit waren oock wel wreede gasten
Daer sy droncken ofte brasten,
'Twas buyten oft in stee.

Prins, Waert-gelders verheven,
Vaert dus nae den Bosch toe,
En wilt ons vry begheven (*7),
Want wy zijn u al moe,
Zy sullen u daer al sonder falen
Wel met Processy in-halen,
Amen, 'tgeschiet alsoo.

(*1): met een moet: flinkweg
(*2): nodig heeft
(*3): officieren
(*4): iemand met een kei is zijn hoofd is een dwaas. Als de kei beweegt toont hij zijn dwaasheid. Mogelijk een toespeling op de zgn. Leidse Steen
(*5): te percken: ter stede
(*6): oorlog voeren
(*7): verlaten

Uit: Een Nieu Geuse Liedt-Boeck, 1645.

Camerata Trajectina (artiest), Bavianen en Slijkgeuzen: Liederen van Remonstranten en Contra-Remonstranten. GLO 6031
1995
1: 1