[2] WAER SIJ DI HAN/ WIE ROUPT ONS DAER
Waer sij di Han? [Han:] Wie roept ons daer? De duivel! kom snel naar beneden getreden: Het eten staat klaar.
Han, kom je dan? [Han:] Ik heb geen trek.
Ik heb gratensoep en een pot met bot, Lijkenvocht met drek En schedelspek.
Ik ben nog jong en Ik heb geen honger, Je kookkunsten komen later wel. Je spijskaart, die wil ik nog niet lezen, Je spijskaart, die wil ik nog niet lezen, Je spijskaart, die wil ik nog niet lezen:
Koude rattenfrikadel, Gehakt van uitgebeende pezen, Stoverij van arme wezen.
Wormenpap met leprozenbier, Fistelsapje met schrompelnier, Bouillon van kraai en van gier.
Waer sij di Han? [Han:] Wie roept ons daer? De duivel! kom snel naar beneden getreden: Het eten staat klaar.
| [2] WHERE ARE YOU HAN / WHO'S THAT CALLING?
Where are you Han? [Han:] Who's that calling? The Devil! Hurry on down: Dinner's ready.
Han, you coming? [Han:] I'm not hungry.
I've got skeleton soup and a pot of bones Lymph with dung And skull-bacon.
I'm still young and I'm not hungry. Your Art of Cooking will come soon enough. I don't want to read your menu yet, I don't want to read your menu yet, I don't want to read your menu yet:
Cold rat sausages, Mincemeat of de-boned sinews Stew of poor orphans.
Worm-porridge with lepers' beer, Ulcer-juice with shrivelled kidney, Crow and vulture bouillon.
Where are you Han? [Han:] Who's that calling? The Devil! Hurry on down: Dinner's ready.
Translation: Ruth van Baak Griffioen |