Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


[9] O HEYLIGHE DRIETAL, WELLEKOM
Geeraerdt heeft Floris gevangen genomen en is met hem op het Muiderslot aangekomen. Dat moet wel tot ellende leiden: de allegorieën Twist, Geweld en Bedrog ruiken hun kans. Eendracht, Trouw en Onschuld zien zich gedwongen het land te verlaten en nemen de wijk naar de hemel, waar ze door een Rey van Hemellieden (engelen) welkom worden geheten.

O Holy Threesome, welcome
Geeraerdt has taken Floris prisoner and has arrived with him at the Muiderslot (Muiden castle). This must lead to misery: the allegorical Strife, Force, and Deceit sense their chance. Unity, Faith, and lnnocence are forced to leave the country, and take the road to heaven, where they are welcomed by a Chorus of Heavenly Creatures (Angels).


Rey van Hemellieden: (begint op: 0:00)
 
O Heylighe Drietal, (*1) wellekom,
Die 't wereltlyck beswaeren, (*2)
Komt ontvaeren, (*3)
En hebt den wech ghekooren, (*4) om
Met ons volnoechde (*5) schaeren,
Te vergaeren. (*6) 
Op opwaerts stycht, al hoogher, tot
In dit verheven blinckend slot 
Vervult door alle leeden (*7)
Met weeld' en wel te vreeden  
Vrolijckheden. (*8)

Eendracht: (begint op: 0:56)

Ghelucksaelighe reyen,
Die 's Hemels vloer beswiert (*9) met suyvre voeten,
Daer ongeneucht met schreyen
Haer selven wars, aen niemant kan ghemoeten: (*10)
Noch wrevelheydt,
Met prickend' leydt,
De vensters darf ghenaecken; (*11)
Noch nestelt 't saeghen, (*12)
Nocht sorghe met haer knaeghen,
Aende daecken.

Rey van Hemellieden: (begint op: 1:53)

Sweeft in, sweeft in, ghy zijt verwacht
In d'hoochverdiepte saelen
Vry van quaelen;
En als 't ondanckbaer aertsch gheslacht
U quaelyck sal onthaelen,
In haer daelen,
Soo sullen u, o landliên mijn,
Dees vaederlycke poorten zijn
Gheslooten t'gheenen tyen. (*13)
Sweeft in, en wilt u vlyen,
Tot verblyen.

(*1): nl. Eendracht, Trouw en Onschuld
(*2): wereldse zorgen
(*3): ontvluchten
(*4): gekozen
(*5): blije
(*6): samen te komen
(*7): overal
(*8): zalige vreugden
(*9): danst over de hemelvloer
(*10): waar verdriet en geschrei, ondanks zichzelf, niemand kan overkomen (*11): durft te naderen
(*12): angst
(*13): nooit

Melodieën: 'ô! Heylige drie-tal wel-kom' (De lustelijcke mei), naar J. Steendam, Den distelvink III, Amsterdam 1650; en het vijfstemmige madrigaal 'Sei tanto gratiosa' van G. Ferretti, naar Musica divina, Antwerpen 1583, vierstemmig bewerkt.

Translation: Ruth van Baak Griffioen

Camerata Trajectina (artiest), Theatermuziek uit de Gouden Eeuw = Dutch theatre music 1600-1650. GLO 6062
2007
1: 9